cake
- cake
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zachte koek’ voor het eerst aangetroffen in 1761 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | cake | cakes |
verkleinwoord | cakeje | cakejes |
- (voeding) lichte, zachte koek gemaakt van een beslag van bloem, boter, eieren en suiker, in gelijke hoeveelheden, met een rijsmiddel
- We kregen cake bij de koffie.
1. luchtig gebak
- Het woord cake staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cake" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "cake" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cake op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
enkelvoud | meervoud |
---|---|
cake | cakes |
cake
cake m