Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • Por·tu·ge·se oes·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Portugese oester Portugese oesters
verkleinwoord Portugees oestertje Portugese oestertjes

Zelfstandig naamwoord

de Portugese oesterv / m

  1. (tweekleppigen) Crassostrea angulata   een tweekleppig schelpdier dat in Europa van oorsprong voorkomt in het zuidwesten van het Iberisch schiereiland  . De soort is erg moeilijk te onderscheiden van de Japanse oester (Crassostrea gigas). Veel auteurs beschouwen deze twee soorten daarom als één soort. Uit genetisch onderzoek is echter gebleken dat de C. angulata en C. gigas zo een 2,7 miljoen jaar van elkaar zijn gedivergeerd
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie