Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • Pfan·ne·ku·che
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Pannekuche der Pannekuche Pannekuche die Pannekuche
datief me Pannekuche em Pannekuche Pannekuche de Pannekuche
accusatief en Pannekuche der Pannekuche Pannekuche die Pannekuche

Zelfstandig naamwoord

Pannekuche, m

  1. (kookkunst), (voeding) pannenkoek
  2. (kookkunst), (voeding) Berlijnse bol, oliebol
Verwante begrippen
Opmerkingen