Messias
Niet te verwarren met: messias |
- Mes·si·as
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘de Gezalfde’ voor het eerst aangetroffen in 1291 [1]
- Herkomst: Hebreeuws (gangbare Nederlandse versie), letterlijk: 'gezalfd' [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Messias | - |
verkleinwoord | - | - |
de Messias m
- Hoofdlettergebruik: als naam gebruikt: Messias; als titel: messias
1. de in de joodse Tenach voorspelde Redder die door God gezonden zal worden en die door de christenen met Jezus gelijkgesteld wordt
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord Messias staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.