Macedoniër
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Macedoniër (hulp, bestand)
- IPA: / ˌmɑsəˈdonijər / (5 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˌmasəˈdoni.jər/, /ˌmasəˈdoʊ̯ni.jər/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˌmasəˈdoːni.jər/
Woordafbreking
- Ma·ce·do·ni·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Macedoniër | Macedoniërs |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
Macedoniër m
- (demoniem) een inwoner van Macedonië, of iemand afkomstig uit Macedonië
Verwante begrippen
Demoniemen bij Macedonië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Macedoniër • inwoonster: Macedonische • bijvoeglijk: Macedonisch |
Vertalingen
1. inwoner van Macedonië
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord Macedoniër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.