• Ma·ce·do·ni·sche
enkelvoud meervoud
naamwoord Macedonische Macedonischen
verkleinwoord

de Macedonischev

  1. (demoniem) een vrouwelijke inwoner van Macedonië, of een vrouw afkomstig uit Macedonië

Macedonische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van Macedonisch