demoniem
inwoner Londenaar
vrouwelijke inwoner Londense
bijvoeglijk Londens
  • Lon·den
enkelvoud bezitsvorm meervoud
naamwoord Londen Londens -
verkleinwoord - - -

Londen o

  1. (toponiem) de hoofdstad van Engeland en het Verenigd Koninkrijk
     Ik bladerde erdoorheen en las eindeloze verhalen over hoe geweldig die burger was: ‘Goddelijk – al dat lopen waard’, ‘Drie Michelinsterren’, ‘Nog nooit zo’n grote burger gezien’ en ‘Ik ga een franchise openen in Londen’.[1]
     En daardoor waren de voorwaarden voor een normale en vriendschappelijke relatie tussen de Noren en de Duitsers zo goed als vernietigd. Koning Haakon en de kroonprins, zijn oude zeilvriend Olav, zaten nu samen met de gevluchte Noorse regering in Londen.[2]
  2. (toponiem) een stad in het zuidwesten van de Canadese provincie Ontario
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142