Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • Lon·de·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Londenaar Londenaren
Londenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de Londenaarm

  1. (demoniem) een inwoner van Londen, of iemand afkomstig uit Londen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid