Klein Duimpje
- Geluid: Klein Duimpje (hulp, bestand)
- IPA: / klɛinˈdœympjə / (3 lettergrepen)
- Klein Duim·pje
- verbinding van klein en duimpje, geschreven met hoofdletters volgens spellingregel 16.B; leenvertaling van Frans Petit Poucet, een figuur uit het gelijknamige sprookje, opgetekend door Charles Perrault in zijn Sprookjes van Moeder de Gans uit 1697, in het Nederlands aangetroffen vanaf 1764 [1] [2]
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Klein Duimpje | Klein Duimpjes | - |
verkleinwoord | - | - | - |
de Klein Duimpje m dim. tant.
- sprookjesfiguur van een jongetje zo klein als een duim, dat een mensenetende reus te slim af is
- ▸ Over de zeer summiere informatie die daar met betrekking tot collega-student Diederik Geelhoed wordt verstrekt, leest men gemakkelijk heen: een spoor, ijl, als het broodkruim van Klein Duimpje, maar mijns inziens toch verwijzend naar de plaats des onheils.[3]
- ▸ Maar een kleine doch zeer geliefde groep wondersprookjes heeft niet de gebruikelijke adolescenten als hoofdpersonen, maar kleine kinderen, zoals de sprookjes van Roodkapje, Klein Duimpje en Hans en Grietje, waarin de ontsnapping van de held en/of heldin uit de klauwen van een mensenetend bovennatuurlijk wezen (reus, heks) of dier centraal staat.[4]
- Het woord Klein Duimpje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Advertentie. in: Leeuwarder Courant , jrg. 13 nr. 626 (21 juli 1764), A. Ferwerda, Leeuwarden, p. 3 kol. 2
- ↑ Weblink bron Hella S. Haasse“Lezen achter de letters. : Doodijs en hemelsteen.”, Em. Querido's Uitgeverij, Amsterdam (2000), ISBN 9021464888, p. 161
- ↑ Weblink bron Ton Dekker e.a.“Van Aladdin tot Zwaan kleef aan. Lexicon van sprookjes: ontstaan, ontwikkeling, variaties.” (1997), SUN, Nijmegen, ISBN 906168613X, p. 10