Nederlands

 
Adolf Hitler brengt de Hitlergroet (1932)
Uitspraak
Woordafbreking
  • Hit·ler·groet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord Hitlergroet Hitlergroeten
verkleinwoord Hitlergroetje Hitlergroetjes

Zelfstandig naamwoord

de Hitlergroetm

  1. groet gebruikelijk bij de nazi's met een schuin omhoog opgeheven stijve rechterarm, waarbij ook nog de kreet "Heil Hitler!", "Heil, mein Führer!" of "Sieg Heil!" werd geslaakt
    • Beeld met 'Hitlergroet' weg bij Olympisch Stadion in Amsterdam. [2] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen