fascistengroet
- fas·cis·ten·groet
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fascistengroet | fascistengroeten |
verkleinwoord | fascistengroetje | fascistengroetjes |
de fascistengroet m
- groet gebruikelijk bij de fascisten met een schuin omhoog opgeheven stijve rechterarm
- Opschudding over 'fascistengroet' in Europees Parlement [1]
1.
- Het woord 'fascistengroet' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.