Grischtdaag

Pennsylvania-Duits

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈgrɪstdaːk /

Woordafbreking

• Grischt·daag

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van  Grischt zn "kerst"  en  Daag zn "dag" 

	enkelvoud (onbepaald)	enkelvoud (bepaald)	meervoud (onbepaald)	meervoud (bepaald)
nominatief	en Grischtdaag	der Grischtdaag	Grischtdaage	die Grischtdaage
datief	me Grischtdaag	em Grischtdaag	Grischtdaage	de Grischtdaage
accusatief	en Grischtdaag	der Grischtdaag	Grischtdaage	die Grischtdaage

Eigennaam

Grischtdaag, m

1. (kerst), (religie) kerstdag

• 

Synoniemen

•  Weihnachde zn 

Hyperoniemen

• Feierdaag

Afgeleide begrippen

• Grischtdaaglicht
• Grischtdaagnacht
• Grischtdaagszeit

Verwante begrippen

•  Weihnachde zn 

Uitdrukkingen en gezegden

• En frehlicher Grischtdaag un en hallich Nei Yaahr!

Prettige kerstdagen en gelukkig nieuwjaar!

Opmerkingen

• Duits: erster Weihnachtstag, m, Weihnachten, m
• Engels: Christmas Day, Christmas

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.