Grapengießer, m (mannelijk) / v (vrouwelijk)
- (familienaam) een Noord-Duitse familienaam
- Karl Johann Christian Grapengiesser, (1773-1813), een Duitse arts en professor in Berlijn
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (Trefwoord: Karl Johann Christian Grapengiesser; in het Duits)
Grapengießer, m
- (historisch), (beroep) bronsgieter, messinggieter, potgieter, metaalgieter
- «Grapengießer wurden in Niedersachsen die Bronze- und Gelbgießer genannt, welche Haus- und Küchengeschirr gossen, nach Grapen, einem kesselförmigen Gefäß auf drei Füßen.[1]»
- De brons- en messinggieters, die huis- en keukengerei goten, werden in Nedersaksen "Grapengießer" (Nederlands: ~ potgieter, metaalgieter) genoemd naar de Grapen, ketelvormige vaten op drie poten.
- Grapengießer Apotheke zn , een apotheek in Grapengießerstraße, 21335 Lüneburg, deelstaat Nedersaksen, Duitsland
- Grapengießerstraße zn , een Duitse straatnaam in 23556 Lübek, deelstaat Sleeswijk-Holstein, Duitsland, in 21335 Lüneburg, deelstaat Nedersaksen, Duitsland en in 18055 Rostock, deelstaat, Mecklenburg-Voor-Pommeren, Duitsland
- Zie Wikipedia voor meer informatie. (Trefwoord: Gelbgießer; in het Duits)
- ↑ Trefwoord: GRAPENGIESZER, m., Deutsches Wörterbuch von Jacob Grimm und Wilhelm Grimm, digitalisierte Fassung im Wörterbuchnetz des Trier Center for Digital Humanities, Version 01/21, abgerufen am 25.03.2021.