God een vlassen baard maken

 
1. Pieter Bruegels   beeld van God een vlassen baard maken in zijn schilderij "Nederlandse Spreekwoorden"   uit 1559.
  • God een vlas·sen baard ma·ken
  • van Middelnederlands Gode enen vlassenen baert maken, op te vatten als verbinding van  God, een, vlassen, baard  en maken
    In de middeleeuwen probeerden boeren die een vast deel van hun oogst moesten afstaan aan de kerk zelf zoveel mogelijk over te houden door die schoven vooral te laten bestaan uit halmen met weinig graankorrels: in middeleeuws Frans 'faire gerbe de fouarre à Dieu', "God een schoof van stro maken". Deze uitdrukking verbasterde in het Frans tot 'faire barbe de fouarre à Dieu', "God een strooien baard maken", waarna in het Middelnederlands de variant met een baard van vlas ontstond. Die variant riep een beeld op dat weer tot creatieve visuele verklaringen voor de herkomst van de uitdrukking leidde (roomse iconografie; godenbeelden in de oudheid). [1] [2] [3] [4] [5]

God een vlassen baard maken

  1. je vromer voordoen dan je eigenlijk bent, schijnheilig zijn
      Dit bidden is een bedekt geschacher en heeft de verdoemenis tot uitkomst. Meent gij God ook een vlassen baard te maken gelijk gij elkander doet?[6]
  • God een vlassen baard aannaaien
  • onze Heer een vlassen baard aandoen
  • ons Heer een strooien baard aandoen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. God een vlassen baard maken op website: Etymologiebank.nl
  3.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    quos ego
    “Cotgrave : barbe de fouarre” (5 februari 2007) op textures-ratures-biffures.blogspot.com
  4.   Weblink bron
    Carolus Tuinman
    “Oorsprong en uytlegging van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden” (1726), Michiel Schryver, Middelburg, p. 19
  5.   Weblink bron
    P.J. Harrebomée
    “Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. Deel 1”, herdruk (1990; origineel 1858), Verba, Hoevelaken, ISBN 90 7254 016 6, p. 25
  6.   Weblink bron
    Gunst, J.W.
    “Johannes Pistorius Woerdensis” (1925), "De Blauwvoet", Hilversum, p. 263