Formule 1
- For·mu·le 1
- van Engels Formula One, waarin formula verwijst naar de verzameling technische eisen die geldt voor alle auto's die aan deze races meedoen en one geeft aan dat deze verzameling betrekking heeft op de voornaamste autoraces met de snelste auto's; zo bestaan er ook een Formule 2 en een Formule 3
enkelvoud | bezitsvorm | meervoud | |
---|---|---|---|
naamwoord | Formule 1 | Formule 1s | - |
verkleinwoord | - | - | - |
- (sport) sinds 1946 de hoogste categorie wedstrijden in het autoracen, die vanaf 1950 een jaarlijks wereldkampioenschap vormen
- Hij eindigde zondag na een tweede plek bij de laatste race van het seizoen als derde in de eindstand van de Formule 1. [1]
- formule 1-coureur
- formule 1-piloot
- formule 1-race
- formule 1-wagen
- formule 1-wedstrijd
- grand prix, grote prijs
1. categorie in de autosport
- Het woord 'Formule 1' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Schoot, A. van derNominaties voor beste sporters van 2019 bekend (1 december 2019) op website: nrc.nl; geraadpleegd 2019-12-06