• Elek·tro·schrott, Elekt·ro·schrott
Naar frequentie zeldzaam
enkelvoud meervoud
nominatief der Elektroschrott - - -
genitief des Elektroschrotts - - -
datief dem Elektroschrott - - -
accusatief den Elektroschrott - - -

Elektroschrott, m (alleen meervoud)

  1. e-waste, elektrisch afval, elektronisch afval
    «Die weltweite Masse an Elektroschrott nimmt laut einem Bericht der UN deutlich zu.»
    Volgens een rapport van de VN neemt de wereldwijde massa elektronisch afval aanzienlijk toe.