• Bal·le
  • [1-2]: Ontleend aan het Duitse woord  Ball zn 
  • [3-4]: Afleiding van het Duitse woord  Ballen zn 
[1-4] enkelvoud
(onbepaald)
enkelvoud
(bepaald)
meervoud
(onbepaald)
meervoud
(bepaald)
nominatief en Balle der Balle Balle die Balle
datief me Balle em Balle Balle de Balle
accusatief en Balle der Balle Balle die Balle

Balle, m

  1. (sport) bal
  2. (dans) bal, dansfeest
  3. (landbouw) en andere toepassingsgebieden baal (bundel)
  4. (anatomie) bal (van duim, voet, hand, poot of teen)