• IPA: /afiniˈtɛːt/
  • Af·fi·ni·tät

Affinität v

  1. (scheikunde), (natuurkunde) affiniteit
  2. (wiskunde) gelijkenis zonder inachtneming van de isogonale conformiteit.
  3. (sociologie) aantrekkingskracht die mensen op elkaar uitoefenen.
  4. (antropologie) verwantschapsrelatie die gebaseerd is op huwelijk of bondgenootschap.
  5. (taalkunde) gelijkenis tussen onverwante talen of tussen semantisch gelijkaardige woorden.
  6. (bedrijfskunde) maat om het aandeel van één doelgroep van alle gebruikers van één medium aan te geven.
  7. (textielindustrie) maat voor de opnamecapaciteit van verfstoffen bij textielgrondstoffen.