-erd
Huidig bestand |
---|
48 |
- -erd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | -erd | -erds |
verkleinwoord |
- persoon die de door de stam genoemde handeling verricht. Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden met een werkwoord als stam.
- schijten → (schijt) → schijterd.
- persoon met de door de stam genoemde eigenschap. Vormt mannelijke zelfstandige naamwoorden met een bijvoeglijk naamwoord als stam.
- plomp → plomperd.
enige woorden met dit voorvoegsel die nog moeten worden aangebracht
|