• zwier
enkelvoud meervoud
naamwoord zwier zwieren
verkleinwoord

de zwierm

  1. draai, zwaai
  2. gratie, elegantie
vervoeging van
zwieren

zwier

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Ik zwier. 
  2. gebiedende wijs van zwieren
    • Zwier! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zwieren
    • Zwier je? 
93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be