Nederlands

 
zwemgelgenheid voor heren
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·ge·le·gen·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemgelegenheid zwemgelegenheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zwemgelegenheidv

  1. plaats waar men kan en mag zwemmen
     De gemeente en het bungalowpark sloten destijds een contract nadat het zwembad in Enter dicht ging. Op die manier hielden de Enternaren een zwemgelegenheid dicht bij hun plaats. De Elsgraven heeft de gemeente aangeboden de openingsuren voor Enternaren uit te breiden.[2]
     De angst bij de tegenstanders is met name dat een nieuw overdekt zwembad een financiële molensteen om de nek van de gemeente gaat worden met alle gevolgen van dien. De initiatiefnemers van de petitie vinden dat Twenterand andere prioriteiten moet stellen zoals de aanpak van drugsoverlast en meer aandacht voor ouderenzorg en thuiszorg. Ze wijzen er op dat in de directe omgeving van de gemeente meer dan voldoende zwemgelegenheid bestaat.[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Elsgraven dicht voor Enternaren'” (09-11-2007), Tubantia
  3.   Weblink bron “Duizend keer nee tegen nieuw overdekt bad in Twenterand” (12-05-2016), Tubantia