Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwem·car·ri·è·re
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwemcarrière zwemcarrières
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de zwemcarrièrev / m

  1. de carrière van een zwemmer of zwemster.
    • Na haar glansrijke zwemcarrière zette Inge de Bruijn zich in voor Stichting KiKa. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid