zweetgeur

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zweetgeur    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zweet·geur

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  zweet  en  geur 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	zweetgeur	zweetgeuren
verkleinwoord	zweetgeurtje	zweetgeurtjes

Zelfstandig naamwoord

de zweetgeur m

1. geur van zweet

   ▸ Ze vertelde me uitgebreid dat ze zo van het hiker season hield, wanneer er talloze mensen (‘…met die heerlijke zweetgeur’) in haar achtertuin verbleven.

Synoniemen

• zweetlucht

Vertalingen

    1. de geur van zweet   

Duits: Schweißgeruch (de)

Engels: body odour (en)

Gangbaarheid

• Het woord zweetgeur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zweetgeur" herkend door:

98 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.