zwangerschapsmasker

Nederlands

 
zwangerschapsmasker
Uitspraak
Woordafbreking
  • zwan·ger·schaps·mas·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zwangerschapsmasker zwangerschapsmaskers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het zwangerschapsmaskero

  1. toegenomen pigmentatie in het gelaat van een zwangere vrouw
     Probeer de volle zon te vermijden. Zwangere vrouwen zijn extra gevoelig voor het ontwikkelen van zwangerschapsmasker (malesma) [sic!]: een verkleuring van de huid die veel voorkomt bij zwangere vrouwen in het tweede en derde trimester.[2]
     Sommige vrouwen krijgen door de zon tijdens hun zwangerschap een ‘zwangerschapsmasker’. Dit zijn harder gepigmenteerde vlekken in het aangezicht, waardoor het lijkt of u slechts plaatselijk gebruind bent. Een hoed en zonnemelk met een hoge beschermingsfactor zijn dus geen overbodige luxe.[3]
Synoniemen
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Zwanger op vakantie” (4 jan. 2016), De Telegraaf
  3.   Weblink bron
    tbo
    “Acht tips voor zwangere vrouwen tijdens de hitte” (19/07/2018), De Standaard