Zuurzakboom met vruchten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zuur·zak·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zuurzakboom zuurzakbomen
verkleinwoord zuurzakboompje zuurzakboompjes

Zelfstandig naamwoord

de zuurzakboomm

  1. (plantkunde) Annona muricata   boom uit de familie Annonaceae   die grote sappige vruchten voortbrengt
     Cora groeide op in de schaduw van een zuurzakboom die eens in de zeven jaar vrucht droeg.[1]
     De knaap die pruimt, wisselt fluisterend een paar woorden met Ciríaco, gaat naar de schuur en komt terug met een voorhamer en een nog groen blok hout van een zuurzakboom.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    August Hans den Boef
    Astrid Roemers trilogie van het verscheurde Suriname, BZZTôH, Den Haag in: Bzzlletin., jrg. 27 nr. 255 (april 1998), p. 36
  2.   Weblink bron
    Hélio Pólvora
    Slachting bij kilometerpaal 13 in: De Tweede Ronde., jrg. 20 nr. 1 (lente 1999), p. 118