zuignap
- zuig·nap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuignap | zuignappen |
verkleinwoord | zuignapje | zuignapjes |
de zuignap m
- (dierkunde) schotel- of komvormig zuigorgaan waarmee dieren zich vasthechten
- (plantkunde) zuigorgaan waarmee waarmee parasiterende planten water en voedsel uit hun gastheer halen
- ronde holte van flexibel materiaal die vacuüm wordt gemaakt om aan een oppervlak te hechten
- [2] haustorium
- Het woord zuignap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuignap" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be