zuidwester
- Geluid: zuidwester (hulp, bestand)
- zuid·wes·ter
- In de betekenis van ‘breedgerande hoed’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1673 [1]
- samenstelling van zuid en wester , Afgeleid van de wind/storm uit het zuidwesten [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zuidwester | zuidwesters |
verkleinwoord | zuidwestertje | zuidwestertjes |
de zuidwester m
- (hoofddeksel) bij regen- en stormweer gedragen hoofddeksel bij zeelieden
1. hoofddeksel
- Het woord zuidwester staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zuidwester" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "zuidwester" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ zuidwester op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be