zoogkoe met kalf
  • zoog·koe
enkelvoud meervoud
naamwoord zoogkoe zoogkoeien
verkleinwoord

de zoogkoev

  1. een rund waarvan het kalf door de moeder wordt gevoed
     De grote open potstal, waar de gehoornde koeien vrij in en uit kunnen lopen, is leeg, op één zoogkoe met kalf na. Alleen een automatische voerschuif doet zijn werk. Toch is het boerenerf bepaald niet uitgestorven.[1]
     De Vlaamse veehouders krijgen 3.867.500 euro. Het exacte bedrag per zoogkoe of vaars is nog niet bekend, maar zal ongeveer 30 euro bedragen. Een gemiddeld zoogkoeienbedrijf ontvangt ongeveer 700 euro.[2]
59 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron
    Kees van Reenen
    “Hoeve Biesland, voorbeeldbedrijf in agrarisch natuurbeheer en klantcontact” (03-07-2019), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron “Schauvliege verdeelt 8 miljoen Europees geld onder landbouwers” (04/11/2015), De Standaard
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be