1. categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoet·waar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zoetwaar zoetwaren
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zoetwaar m/v

  1. (voeding) categorie producten die waarvan de smaak door suiker wordt bepaald
    • Ik las ooit over een band die in de kleedkamer standaard een eettafel bezaaid met spekkies krijgt. Waar ook ter wereld, die zoetwaar dient aangerukt. [1]
Synoniemen

Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie