zijdekoeskoes
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- zij·de·koes·koes
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zijde zn en koeskoes zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijdekoeskoes | zijdekoeskoezen |
verkleinwoord | zijdekoeskoesje | zijdekoeskoesjes |
Zelfstandig naamwoord
de zijdekoeskoes m
- (buideldieren) Phalanger sericeus buideldier uit de familie van de koeskoezen (Phalangeridae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Thomas in 1907. De soort komt voor op Nieuw-Guinea
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'zijdekoeskoes' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.