Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zij·de·hoen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zijdehoen zijdehoenders
zijdehoenderen
verkleinwoord zijdehoentje zijdehoentjes

Zelfstandig naamwoord

het zijdehoeno

  1. (landbouw) bepaald ras van sierkippen Gallus gallus domesticus Brisson  
  2. (kraanvogelachtigen) benaming voor bepaald soort waterhoen, Rallus aquaticus  
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen