• ze·tel·winst
enkelvoud meervoud
naamwoord zetelwinst zetelwinsten
verkleinwoord zetelwinstje zetelwinstjes

de zetelwinstv

  1. (politiek) een toename van het zetelaantal van een partij bij (eventuele) verkiezingen
    • De partij staat volgens het laatste opinieonderzoek op een zetelwinstje van slechts twee zetels, in plaats van de twaalf bij de vorige peiling. 
96 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be