zetelverlies
- ze·tel·ver·lies
- samenstelling van zetel en verlies
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zetelverlies | zetelverliezen |
verkleinwoord | zetelverliesje | zetelverliesjes |
het zetelverlies o
- (politiek) een vermindering in het aantal zetels dat een partij heeft in een raad of parlement
- Uit dit opinieonderzoek blijkt dat de partij op een flink zetelverlies moet verdacht zijn.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord zetelverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.