Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·tel·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zetelverlies zetelverliezen
verkleinwoord zetelverliesje zetelverliesjes

Zelfstandig naamwoord

het zetelverlieso

  1. (politiek) een vermindering in het aantal zetels dat een partij heeft in een raad of parlement
    • Uit dit opinieonderzoek blijkt dat de partij op een flink zetelverlies moet verdacht zijn. 

Meer informatie

Gangbaarheid