• ze·nuw·weef·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord zenuwweefsel zenuwweefsels
verkleinwoord

het zenuwweefselo

  1. (anatomie) het weefsel waaruit het zenuwstelsel is samengesteld
     In Nederland lijden ongeveer 16.000 mensen aan multiple sclerose. Bij MS-patiënten wordt het afweersysteem ontregeld. Het valt niet alleen maar bacteriën en virussen aan maar ook eigen zenuwweefsel van de patiënt.[2]
     Meestal komt de tumor voort uit het bijniermerg, maar de tumor kan ook ontstaan in het zenuwweefsel in de nek, de buik of het bekken.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'MS ontstaat wellicht in hersenen, niet in immuunsysteem'” (12-06-2012), Tubantia
  3.   Weblink bron
    Joeri Vlemings
    “Peuter met neuroblastoom krijgt show van verpleegsters” (09-11-2015), Tubantia