Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zee·slang
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeeslang zeeslangen
verkleinwoord zeeslangetje zeeslangetjes

Zelfstandig naamwoord

de zeeslangv / m

  1. (reptielen) lid van het geslacht Hydrophiinae; giftig reptiel dat leeft in ondiepe zeegebieden en riviermondingen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be