Koelreuteria paniculata

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zeep·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeepboom zeepbomen
verkleinwoord zeepboompje zeepboompjes

Zelfstandig naamwoord

de zeepboomm

  1. (plantkunde) een boomsoort Koelreuteria paniculata   die wel in tuinen gehouden wordt
    • De gele zeepboom krijgt mooie gele kaarsen als bloemen en dan een soort lampionnetjes. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie