zeepboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zeep·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeep en boom
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeepboom | zeepbomen |
verkleinwoord | zeepboompje | zeepboompjes |
Zelfstandig naamwoord
de zeepboom m
- (plantkunde) een boomsoort Koelreuteria paniculata die wel in tuinen gehouden wordt
- De gele zeepboom krijgt mooie gele kaarsen als bloemen en dan een soort lampionnetjes.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'zeepboom' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.