Nederlands

 
Caribische lamantijn
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zee·koei·en
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeekoeien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zeekoeienmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zeekoe
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zoogdieren) een orde Sirenia   van aan de olifanten verwante zeedieren met een gespleten bovenlip en behaarde, gerimpelde kop en relatief kale huid. Zeekoeien lijken uiterlijk op grote, plompe zeerobben, maar ze zijn hier niet aan verwant. Zeekoeien worden tot de Afrotheria   gerekend
Hyperoniemen
Hyponiemen


Gangbaarheid

Meer informatie