zeekoe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zee·koe
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zeezoogdier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
- samenstelling van zee en koe
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeekoe | zeekoeien |
verkleinwoord | zeekoetje | zeekoetjes |
Zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) plantenetend zoogdier uit de orde Sirenia dat zowel in zoet- als zoutwater leeft
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
- zie de categorie: Zeekoeien in het Nederlands
Vertalingen
1. plantenetend zoogdier uit de orde Sirenia
Gangbaarheid
- Het woord zeekoe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zeekoe" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "zeekoe" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be