Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • zee·kar·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zeekarper zeekarpers
verkleinwoord zeekarpertje zeekarpertjes

Zelfstandig naamwoord

de zeekarperm

  1. (straalvinnigen) Spondyliosoma cantharus   een vis uit de familie Sparidae   (Zeebrasems) en de orde van de baarsachtigen (Perciformes  ). Het is dus beslist geen verwant van de karper, die behoort tot een geheel andere orde: de karperachtigen (cypriniformes). De zeekarper wordt ook wel grijze dorade (Frans: dorade grise) genoemd
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie