• zee·be·nen
enkelvoud meervoud
naamwoord zeebenen
verkleinwoord

de zeebenenmv

  1. het vermogen om ondanks het rollen en het stampen van een schip op zee vast te staan en zeker te bewegen
  2. kenmerkende wijdbeense manier van lopen van zeelui die gewend zijn aan de bewegingen van een zeeschip
96 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]