zadeldak
- za·del·dak
- samenstelling van zadel en dak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zadeldak | zadeldaken |
verkleinwoord | zadeldakje | zadeldakjes |
het zadeldak o
- een dak met twee tegen elkaar geplaatste gelijkhellende dakschilden
- De kerk van Anloo heeft een zadeldak.
1. een dak met twee tegen elkaar geplaatste gelijkhellende dakschilden
- Het woord zadeldak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "zadeldak" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be