yalesleutel

Nederlands

1. Diagram van een yalesleutel en het bijbehorende slot.

Uitspraak

• Geluid:  yalesleutel    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈjelsløtəl / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• yale·sleu·tel

Woordherkomst en -opbouw

• eponiem, samenstelling van het Engels  Yale en  en  sleutel zn , een verwijzing naar de 19e-eeuwse Amerikaanse slotenmaker L. Yale en de door hem opgericht slotenfabriek , in de betekenis "sleutel voor een cilinderslot" aangetroffen vanaf 1904 (zie vindplaats hieronder)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	yalesleutel	yalesleutels
verkleinwoord	yalesleuteltje	yalesleuteltjes

Zelfstandig naamwoord

de yalesleutel m

1. greep met daaraan een getand staafje om een cilinderslot te openen

   ▸ Het was een gewone yalesleutel met bovenaan een stukje verwrongen ijzerdraad erdoor.

   ▸ ⧖ Aanwezig aan het hoofdcommissariaat van politie, Alexanderplein 17, de navolgende voorwerpen: een reticule, inh. vleesch, een ring, waaraan 2 yalesleuteltjes, een slinger van een uurwerk, een ring met 5 sleutels, een kinderbril, 2 sleutels.

   ▸ ⧖ Vooral was zijn aandacht gevestigd op den Yale-sleutel, die in koper was bewerkt, en er heel sierlijk uitzag.

Verwante begrippen

• cilinderslot
• lipssleutel

Gangbaarheid

• Het woord 'yalesleutel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.