• woord·fa·mi·lie
enkelvoud meervoud
naamwoord woordfamilie woordfamilies
verkleinwoord

de woordfamiliev

  1. groep woorden die eenzelfde stam hebben
    • Verwantschap van woorden uit dezelfde woordfamilie wordt regelmatiger in de spelling tot uitdrukking gebracht. Omdat behende en numerieren met Hand en Nummer verwant zijn, verandert de spelling in behände en nummerieren. [2] 
    • „Een woordfamilie”, legt Telling uit, „dat zijn alle woorden die gemaakt worden met dezelfde stam, bijvoorbeeld met ‘werk’: ‘werkster’, ‘werkstuk’, ‘werkloos’, enzovoort. Uit eerder onderzoek blijkt dat woorden die tot een grote woordfamilie behoren, gemakkelijker geleerd en verwerkt worden dan woorden die een kleine familie hebben. [3]