woonvertrek
- Geluid: woonvertrek (hulp, bestand)
- woon·ver·trek
- samenstelling van woon ww en vertrek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonvertrek | woonvertrekken |
verkleinwoord | woonvertrekje | woonvertrekjes |
het woonvertrek o
- (bouwkunde) een kamer ingericht om in te wonen
- Het woonvertrek was op het noorden gelegen.
- ▸ De ingewikkeldste restauraties vinden in de oudere gedeeltes van het paleis plaats. "Alles is natuurlijk monumentaal. Maar de vleugels zijn begin negentiende eeuw aangebouwd. Die zijn dus twee eeuwen oud, maar het waren vooral woonvertrekken. Die waren niet gemaakt om bals in te organiseren. Die zijn soberder", zegt Verfürden.[1]
- Het woord woonvertrek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Plan voor restauratie Soestdijk gepresenteerd: 'Geen gemakkelijke klus'” (3/6/2020), NOS