Nederlands

 
zwartborstelwolzwever (Bombylius venosus), mannetje
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • wol·zwe·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wolzwever wolzwevers
verkleinwoord wolzwevertje wolzwevertjes

Zelfstandig naamwoord

de wolzweverm

  1. (tweevleugeligen) insect uit de familie Bombyliidae   uit de orde van de tweevleugeligen (Diptera), onderorde vliegen (Brachycera). Wereldwijd omvat deze familie zo'n 275 genera en 5382 soorten. Uit Nederland zijn slechts een twintigtal soorten bekend waarvoor een determinatietabel is uitgekomen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Meer informatie