geelborstelwolzwever

Nederlands

Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • geel·bor·stel·wol·zwe·ver
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geelborstelwolzwever geelborstelwolzwevers
verkleinwoord geelborstelwolzwevertje geelborstelwolzwevertjes

Zelfstandig naamwoord

de geelborstelwolzweverm

  1. (tweevleugeligen) Bombylius canescens   een vliegensoort uit de familie van de wolzwevers (Bombyliidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1796 door Mikan
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie