Nederlands

 
Uitspraak
Woordafbreking
  • wit·voet·boom·rat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord witvoetboomrat witvoetboomratten
verkleinwoord witvoetboomratje witvoetboomratjes

Zelfstandig naamwoord

de witvoetboomratv / m

  1. (knaagdieren) Conilurus albipes   knaagdier uit het geslacht Conilurus dat voorkwam in Australië. Zijn verspreidingsgebied reikte van de Darling Downs in Zuidoost-Queensland tot het uiterste zuidoosten van Zuid-Australië. In 1862 is dit dier voor het laatst gezien. Zijn habitat bestond uit met eucalyptussen bedekt woodland
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie