Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wire·less
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen wireless
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

wireless

  1. verbonden via een antenne, niet via een kabel
    • PCS is een van de vele technologieën is die op dit moment worden uitgetest voor wireless applicaties. [1]
Synoniemen
enkelvoud meervoud
naamwoord wireless -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wirelessv / m

  1. draadloos internet
    • Dat surfen slecht is voor de literaire productiviteit is geen groot nieuws: Kluun zonderde zich af in de leegstaande zolder boven uitgeverij Podium om zich op Haantjes te concentreren, Mariët Meester schreef al haar boeken in haar televisie- en internetvrije woonwagen en dat eerste meesterwerk van mij kwam ter wereld in een pub in Notting Hill waar men niet in wireless gelooft. [2]

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen


Engels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van wire ("metaaldraad") met het achtervoegsel -less.
stellend vergrotend overtreffend
wireless - -

Bijvoeglijk naamwoord

wireless

  1. draadloos