wilgengitje
- Geluid: wilgengitje (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- wil·gen·git·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | wilgengitje | wilgengitjes |
het wilgengitje o dim. tant.
- (tweevleugeligen) Cheilosia grossa een vliegensoort uit de familie van de zweefvliegen (Syrphidae ). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1817 door Fallen
- Het woord 'wilgengitje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.