Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wijs·be·geer·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wetenschap der begrippen in hun hoogste algemeenheid’ voor het eerst aangetroffen in 1857 [1]
  • samenstelling van  wijs  en  begeerte  , als leenvertaling van het Oudgriekse woord φιλοσοφία (philosophía; letterlijk: "het houden van wijsheid").
enkelvoud meervoud
naamwoord wijsbegeerte -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de wijsbegeertev

  1. de oudste wetenschap, die de wereld en het menselijk bestaan tracht te doorgronden
    • Faculteit der letteren en wijsbegeerte.
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen